Persbericht: Rethink the value chain of textiles - Reinvent our production methods - Re-use our waste

09 november 2017

Er is wellicht geen betere gelegenheid om het Interreg RETEX-project te lanceren dan het internationale AVNIR-symposium dat in het teken van de levenscyclusanalyse staat. Die analyses peilen naar de milieueffecten van de hele waardeketen - vanaf het product tot het einde van de levensduur en de eventuele recyclage ervan - en zijn van primordiaal belang voor de doelstellingen van het RETEX-project. Het ambitieuze Euregionale samenwerkingsverband tussen Noord-Frankrijk, Wallonië en Vlaanderen heeft immers als doel om ons textielafval beter als grondstof te hergebruiken door op zoek te gaan naar economisch rendabele toepassingen met een verminderde milieu-impact.

No textile to waste!

Ons textielafval is een erg interessante hulpbron voor een hele keten van terugwinning, sortering, hergebruik en recyclage. Een groot deel van dit afval, meer bepaald katoen- en polyesterafval, kent echter nog onvoldoende toepassingen. Het volume van deze waardevolle hulpbronnen die om hergebruik vragen zal nog blijven toenemen dankzij de vooruitgang op het vlak van inzameling. In Frankrijk bijvoorbeeld voorspelt men dat er tegen 2020 zo'n 150.000 ton recycleerbaar materiaal voorhanden zal zijn, waarvan 75.000 ton katoen en polyester. Zowel in de textielindustrie als in de kunststofverwerking kan deze grondstof een afzetmarkt vinden.

Deze ecologische uitdaging biedt een uitgelezen kans voor de nog steeds belangrijke textielsector in de Euregio. In Nord-pas-de-Calais, Wallonië en Vlaanderen bestaat de textielsector (kleding, interieurtextiel, technisch textiel, enz.) voor de meerderheid uit kleine en middelgrote ondernemingen. Deze zijn samen goed voor 1.130 bedrijven die niet minder dan 33.200 arbeidskrachten tewerkstellen. De goed uitgeruste sector van de textielrecyclage vertegenwoordigt 1.800 werknemers in meer dan 75 ondernemingen. Binnen een straal van 150 km verenigt de Euregio aldus de nodige sorteercapaciteit om 50% van de textielgrondstoffen te verwerken.

Vanwege de internationale concurrentie zetten textielbedrijven vooral in op innovatie en onderzoek naar nieuwe afzetmarkten. In dit opzicht is innovatie op vlak van ecodesign en het structureren van de waardeketen met het oog op de integratie van deze steeds groter wordende instroom van afval, een absolute noodzaak geworden. Deze sterke trend past binnen een toenemend bewustzijn van onze ecologische verantwoordelijkheid als consument, overheid én bedrijf.

Onze kmo's hebben echter grote moeite om een consistent industrieel ecodesignbeleid te voeren. De grootste obstakels zijn zowel de identificatie en de beschikbaarheid van gerecycleerde materialen geschikt voor de afzetmarkten, evenals de technologische, economische en regelgevende aanpak om de circulaire economie in de keten te stimuleren.

Hierdoor ondervinden kmo's nog vaak moeilijkheden om initiatieven voor duurzame ontwikkeling op te zetten en zo toegang te krijgen tot nieuwe afzetmarkten (overheidsopdrachten, B2B-markten, enz.), of om innovatieve diensten en producten van de circulaire economie aan te bieden die een onderscheidend vermogen binnen hun sector hebben.

Het RETEX-project wil deze problematiek aanpakken. Het heeft tot doel nieuwe samenwerkingsverbanden en andere economische modellen op te zetten, en kennis te delen om toegevoegde waarde te genereren via de analyse van het aanbod van de economische actoren van de textielindustrie, een beheerssysteem van “einde levensduur textielproducten” en de vraag naar producten die gerecycleerde materialen bevatten. Kortom, het doel van het RETEX-project bestaat erin om de textielsector op te nemen in de circulaire economie als een sector van innoverende, niet-delokaliseerbare activiteiten die arbeidsplaatsen genereren.

Dsc06518PetitDsc06536PetitDsc06545PetitDsc06553Petit

No textile to waste!

Ons textielafval is een erg interessante hulpbron voor een hele keten van terugwinning, sortering, hergebruik en recyclage. Een groot deel van dit afval, meer bepaald katoen- en polyesterafval, kent echter nog onvoldoende toepassingen. Het volume van deze waardevolle hulpbronnen die om hergebruik vragen zal nog blijven toenemen dankzij de vooruitgang op het vlak van inzameling. In Frankrijk bijvoorbeeld voorspelt men dat er tegen 2020 zo'n 150.000 ton recycleerbaar materiaal voorhanden zal zijn, waarvan 75.000 ton katoen en polyester. Zowel in de textielindustrie als in de kunststofverwerking kan deze grondstof een afzetmarkt vinden.

Deze ecologische uitdaging biedt een uitgelezen kans voor de nog steeds belangrijke textielsector in de Euregio. In Nord-pas-de-Calais, Wallonië en Vlaanderen bestaat de textielsector (kleding, interieurtextiel, technisch textiel, enz.) voor de meerderheid uit kleine en middelgrote ondernemingen. Deze zijn samen goed voor 1.130 bedrijven die niet minder dan 33.200 arbeidskrachten tewerkstellen. De goed uitgeruste sector van de textielrecyclage vertegenwoordigt 1.800 werknemers in meer dan 75 ondernemingen. Binnen een straal van 150 km verenigt de Euregio aldus de nodige sorteercapaciteit om 50% van de textielgrondstoffen te verwerken.

Vanwege de internationale concurrentie zetten textielbedrijven vooral in op innovatie en onderzoek naar nieuwe afzetmarkten. In dit opzicht is innovatie op vlak van ecodesign en het structureren van de waardeketen met het oog op de integratie van deze steeds groter wordende instroom van afval, een absolute noodzaak geworden. Deze sterke trend past binnen een toenemend bewustzijn van onze ecologische verantwoordelijkheid als consument, overheid én bedrijf.

Onze kmo's hebben echter grote moeite om een consistent industrieel ecodesignbeleid te voeren. De grootste obstakels zijn zowel de identificatie en de beschikbaarheid van gerecycleerde materialen geschikt voor de afzetmarkten, evenals de technologische, economische en regelgevende aanpak om de circulaire economie in de keten te stimuleren.

Hierdoor ondervinden kmo's nog vaak moeilijkheden om initiatieven voor duurzame ontwikkeling op te zetten en zo toegang te krijgen tot nieuwe afzetmarkten (overheidsopdrachten, B2B-markten, enz.), of om innovatieve diensten en producten van de circulaire economie aan te bieden die een onderscheidend vermogen binnen hun sector hebben.

Het RETEX-project wil deze problematiek aanpakken. Het heeft tot doel nieuwe samenwerkingsverbanden en andere economische modellen op te zetten, en kennis te delen om toegevoegde waarde te genereren via de analyse van het aanbod van de economische actoren van de textielindustrie, een beheerssysteem van “einde levensduur textielproducten” en de vraag naar producten die gerecycleerde materialen bevatten. Kortom, het doel van het RETEX-project bestaat erin om de textielsector op te nemen in de circulaire economie als een sector van innoverende, niet-delokaliseerbare activiteiten die arbeidsplaatsen genereren.

No textile to waste!

Ons textielafval is een erg interessante hulpbron voor een hele keten van terugwinning, sortering, hergebruik en recyclage. Een groot deel van dit afval, meer bepaald katoen- en polyesterafval, kent echter nog onvoldoende toepassingen. Het volume van deze waardevolle hulpbronnen die om hergebruik vragen zal nog blijven toenemen dankzij de vooruitgang op het vlak van inzameling. In Frankrijk bijvoorbeeld voorspelt men dat er tegen 2020 zo'n 150.000 ton recycleerbaar materiaal voorhanden zal zijn, waarvan 75.000 ton katoen en polyester. Zowel in de textielindustrie als in de kunststofverwerking kan deze grondstof een afzetmarkt vinden.

Deze ecologische uitdaging biedt een uitgelezen kans voor de nog steeds belangrijke textielsector in de Euregio. In Nord-pas-de-Calais, Wallonië en Vlaanderen bestaat de textielsector (kleding, interieurtextiel, technisch textiel, enz.) voor de meerderheid uit kleine en middelgrote ondernemingen. Deze zijn samen goed voor 1.130 bedrijven die niet minder dan 33.200 arbeidskrachten tewerkstellen. De goed uitgeruste sector van de textielrecyclage vertegenwoordigt 1.800 werknemers in meer dan 75 ondernemingen. Binnen een straal van 150 km verenigt de Euregio aldus de nodige sorteercapaciteit om 50% van de textielgrondstoffen te verwerken.

Vanwege de internationale concurrentie zetten textielbedrijven vooral in op innovatie en onderzoek naar nieuwe afzetmarkten. In dit opzicht is innovatie op vlak van ecodesign en het structureren van de waardeketen met het oog op de integratie van deze steeds groter wordende instroom van afval, een absolute noodzaak geworden. Deze sterke trend past binnen een toenemend bewustzijn van onze ecologische verantwoordelijkheid als consument, overheid én bedrijf.

Onze kmo's hebben echter grote moeite om een consistent industrieel ecodesignbeleid te voeren. De grootste obstakels zijn zowel de identificatie en de beschikbaarheid van gerecycleerde materialen geschikt voor de afzetmarkten, evenals de technologische, economische en regelgevende aanpak om de circulaire economie in de keten te stimuleren.

Hierdoor ondervinden kmo's nog vaak moeilijkheden om initiatieven voor duurzame ontwikkeling op te zetten en zo toegang te krijgen tot nieuwe afzetmarkten (overheidsopdrachten, B2B-markten, enz.), of om innovatieve diensten en producten van de circulaire economie aan te bieden die een onderscheidend vermogen binnen hun sector hebben.

Het RETEX-project wil deze problematiek aanpakken. Het heeft tot doel nieuwe samenwerkingsverbanden en andere economische modellen op te zetten, en kennis te delen om toegevoegde waarde te genereren via de analyse van het aanbod van de economische actoren van de textielindustrie, een beheerssysteem van “einde levensduur textielproducten” en de vraag naar producten die gerecycleerde materialen bevatten. Kortom, het doel van het RETEX-project bestaat erin om de textielsector op te nemen in de circulaire economie als een sector van innoverende, niet-delokaliseerbare activiteiten die arbeidsplaatsen genereren.

No textile to waste!

Ons textielafval is een erg interessante hulpbron voor een hele keten van terugwinning, sortering, hergebruik en recyclage. Een groot deel van dit afval, meer bepaald katoen- en polyesterafval, kent echter nog onvoldoende toepassingen. Het volume van deze waardevolle hulpbronnen die om hergebruik vragen zal nog blijven toenemen dankzij de vooruitgang op het vlak van inzameling. In Frankrijk bijvoorbeeld voorspelt men dat er tegen 2020 zo'n 150.000 ton recycleerbaar materiaal voorhanden zal zijn, waarvan 75.000 ton katoen en polyester. Zowel in de textielindustrie als in de kunststofverwerking kan deze grondstof een afzetmarkt vinden.

Deze ecologische uitdaging biedt een uitgelezen kans voor de nog steeds belangrijke textielsector in de Euregio. In Nord-pas-de-Calais, Wallonië en Vlaanderen bestaat de textielsector (kleding, interieurtextiel, technisch textiel, enz.) voor de meerderheid uit kleine en middelgrote ondernemingen. Deze zijn samen goed voor 1.130 bedrijven die niet minder dan 33.200 arbeidskrachten tewerkstellen. De goed uitgeruste sector van de textielrecyclage vertegenwoordigt 1.800 werknemers in meer dan 75 ondernemingen. Binnen een straal van 150 km verenigt de Euregio aldus de nodige sorteercapaciteit om 50% van de textielgrondstoffen te verwerken.

Vanwege de internationale concurrentie zetten textielbedrijven vooral in op innovatie en onderzoek naar nieuwe afzetmarkten. In dit opzicht is innovatie op vlak van ecodesign en het structureren van de waardeketen met het oog op de integratie van deze steeds groter wordende instroom van afval, een absolute noodzaak geworden. Deze sterke trend past binnen een toenemend bewustzijn van onze ecologische verantwoordelijkheid als consument, overheid én bedrijf.

Onze kmo's hebben echter grote moeite om een consistent industrieel ecodesignbeleid te voeren. De grootste obstakels zijn zowel de identificatie en de beschikbaarheid van gerecycleerde materialen geschikt voor de afzetmarkten, evenals de technologische, economische en regelgevende aanpak om de circulaire economie in de keten te stimuleren.

Hierdoor ondervinden kmo's nog vaak moeilijkheden om initiatieven voor duurzame ontwikkeling op te zetten en zo toegang te krijgen tot nieuwe afzetmarkten (overheidsopdrachten, B2B-markten, enz.), of om innovatieve diensten en producten van de circulaire economie aan te bieden die een onderscheidend vermogen binnen hun sector hebben.

Het RETEX-project wil deze problematiek aanpakken. Het heeft tot doel nieuwe samenwerkingsverbanden en andere economische modellen op te zetten, en kennis te delen om toegevoegde waarde te genereren via de analyse van het aanbod van de economische actoren van de textielindustrie, een beheerssysteem van “einde levensduur textielproducten” en de vraag naar producten die gerecycleerde materialen bevatten. Kortom, het doel van het RETEX-project bestaat erin om de textielsector op te nemen in de circulaire economie als een sector van innoverende, niet-delokaliseerbare activiteiten die arbeidsplaatsen genereren.

No textile to waste!

Ons textielafval is een erg interessante hulpbron voor een hele keten van terugwinning, sortering, hergebruik en recyclage. Een groot deel van dit afval, meer bepaald katoen- en polyesterafval, kent echter nog onvoldoende toepassingen. Het volume van deze waardevolle hulpbronnen die om hergebruik vragen zal nog blijven toenemen dankzij de vooruitgang op het vlak van inzameling. In Frankrijk bijvoorbeeld voorspelt men dat er tegen 2020 zo'n 150.000 ton recycleerbaar materiaal voorhanden zal zijn, waarvan 75.000 ton katoen en polyester. Zowel in de textielindustrie als in de kunststofverwerking kan deze grondstof een afzetmarkt vinden.

Deze ecologische uitdaging biedt een uitgelezen kans voor de nog steeds belangrijke textielsector in de Euregio. In Nord-pas-de-Calais, Wallonië en Vlaanderen bestaat de textielsector (kleding, interieurtextiel, technisch textiel, enz.) voor de meerderheid uit kleine en middelgrote ondernemingen. Deze zijn samen goed voor 1.130 bedrijven die niet minder dan 33.200 arbeidskrachten tewerkstellen. De goed uitgeruste sector van de textielrecyclage vertegenwoordigt 1.800 werknemers in meer dan 75 ondernemingen. Binnen een straal van 150 km verenigt de Euregio aldus de nodige sorteercapaciteit om 50% van de textielgrondstoffen te verwerken.

Vanwege de internationale concurrentie zetten textielbedrijven vooral in op innovatie en onderzoek naar nieuwe afzetmarkten. In dit opzicht is innovatie op vlak van ecodesign en het structureren van de waardeketen met het oog op de integratie van deze steeds groter wordende instroom van afval, een absolute noodzaak geworden. Deze sterke trend past binnen een toenemend bewustzijn van onze ecologische verantwoordelijkheid als consument, overheid én bedrijf.

Onze kmo's hebben echter grote moeite om een consistent industrieel ecodesignbeleid te voeren. De grootste obstakels zijn zowel de identificatie en de beschikbaarheid van gerecycleerde materialen geschikt voor de afzetmarkten, evenals de technologische, economische en regelgevende aanpak om de circulaire economie in de keten te stimuleren.

Hierdoor ondervinden kmo's nog vaak moeilijkheden om initiatieven voor duurzame ontwikkeling op te zetten en zo toegang te krijgen tot nieuwe afzetmarkten (overheidsopdrachten, B2B-markten, enz.), of om innovatieve diensten en producten van de circulaire economie aan te bieden die een onderscheidend vermogen binnen hun sector hebben.

Het RETEX-project wil deze problematiek aanpakken. Het heeft tot doel nieuwe samenwerkingsverbanden en andere economische modellen op te zetten, en kennis te delen om toegevoegde waarde te genereren via de analyse van het aanbod van de economische actoren van de textielindustrie, een beheerssysteem van “einde levensduur textielproducten” en de vraag naar producten die gerecycleerde materialen bevatten. Kortom, het doel van het RETEX-project bestaat erin om de textielsector op te nemen in de circulaire economie als een sector van innoverende, niet-delokaliseerbare activiteiten die arbeidsplaatsen genereren.